geel

Voor mij is nu niet het plan om hier een lesje kleurenleer neer te zetten als; groen, rood en geel zijn primaire kleuren. Groen is hoop en vrede, en fris, jong. Rood is gevaar en vurige liefde, Geel is zonnig en vrolijk.
Het verhaaltje hier gaat meer over de natuur/tuinbeleving van de kleur geel. Over geel een kleur versus emoties, een breed spectrum van zichzelf. Van een voorjaars citroen-frisgeel, via zomers zonnebloemgeel tot warmrood naar bruin, de verkleuring van de herfst.

September en Oktober vind ik de maanden van volbrachte schoonheid. Bomen, struiken en kruidachtigen hebben hun climax gehad en zakken wat in. Vanuit een gezapig; ‘dit was het dan’. Zie ik bij velen nog een enkele bloem, een fraaie bes, noot of bottel, niet als een laatste krachtinspanning maar meer als ‘volgend jaar ben ik er gewoon weer’.

September, Oktober zijn voor mij ook de maanden van het geel, rood en oranje. De herfst treedt langzaam in. Veel gele planten vind ik nog overduidelijk aanwezig, zoals; de Zonnehoed, de Guldenroede, de Ligularia dentata Othello, Ze blijven mooi combineren met de ook lang doorbloeiende Asters, Persicaria, Aconitum carmachaelli Arendsii en grassen. En wat krijgen we met dit rustige najaar een fantastisch palet van langzaam verkleurende bladeren te zien, de Esdoorn, de Linde, de Moeraseik, de Populier, en dit is nog maar het begin! Het zijn warme tinten, ik geniet van ze en trek ook de geuren van de herfst m’n neus binnen. Ook het opkomen en ondergaan van de zon doet er een schepje bovenop in deze kleuren, dat blijft adembenemend.

In het najaar hoor ik vaak spontaan de opmerkingen over de fraaie gele kleuren in de herfst, maar in het voorjaar en de zomer heeft geel iets complex. Het valt me op dat Nederland en Belgie geen geel in de tuin wil. Geel is te hard, te dominerend, verbleekt de schoonheid van blauw, rose, rood en paars en leidt af; vinden erg veel tuinliefhebbers.

Engeland, Frankrijk en nog zuidelijker zijn hier niet zo rigide in. Geel, oranje en rood wordt gemakkelijk gecombineerd. Ondanks dat ik deze kleuren graag gebruik moet ik heel erg m’n best doen om deze Engelse en Franse tintcombinaties mooi te vinden. Deze buitens en heerlijkheden bezoekend ervaar ik geel het eerste moment als verrassend en warm in de ontmoeting, maar toegepast in je eigen tuin verbleekt het geel de andere ingetogen schoonheden.

Geel en Oranje in Engelse tuin

Geel in de natuur mag van ons wel; Paardenbloemen in het vroege voorjaar in de wei of gelijk bloeiend met het fluitenkruid in de berm. Boterbloemen in een nat graslandje waar soms zelfs nog Pinksterbloemen doorheen groeien. Koolzaadvelden, de gele Iris aan de waterkant en de Plomp in de sloot.

Toen ik zo rond 1983 nog moest gaan bedenken wat je van tuinen zoal kon maken was de Forsythia één van de meest populaire struiken in de tuin. Zo’n 4 weken knalgeel tot aan de Pasen waarin deze kleur toen ook al de hoofdrol speelde. Mien Ruys, de tuinarchitecte uit die tijd https://nl.wikipedia.org/wiki/Mien_Ruys, waarvan het werk nog steeds in tuinstudieboeken over de hele wereld genoemd staat, gebruikte oranje en geel naar hartenlust, zonder rem. Dat kon toen, tuinen ondergaan ook modetrends, nu zijn velen van ons bang voor geel.

Forsythia
Voor mij is geel het zout in het gerecht; soms pas ik slechts een snufje toe en soms heb ik een flinke schep nodig. Het mag niet overheersen maar goed toegepast laat het je de andere smaken meer beleven. Geel is er in zoveel tinten, en zelfs texturen en verfijningen. De Venkel en Pluimpapaver als vitrage, de gele Vingerhoedskruid en Toorts als verticaal, het Duizendblad als horizontaal en het oranjegele van de Zonnebloem. Soms is 1 gele roos al genoeg om enkele vierkante meters groen en kleur intenser te beleven.
Een beplantingsplan maken is voor mij als een gerecht bereiden; het steen, hout en staal als de basis en de planten als de veelzijdige smaaktonen. Geel is daarin onmisbaar, maar ik doe hierin toch ook wat met de mode mee, ik laat het niet als dominant overheersen.

Toch nog even voor degene die geel beginnen kwijt te raken.
S’morgens vroeg in April, een uur of zes uit de veren, ik zie de zon als een sinaasappelschijfje roodoranje boven de horizon. Binnen een uur kleurt ie van diep okergeel naar helgeel en een half uur later is ie wit. Vincent van Gogh was geïnspireerd door het geel van de zon. Dat ís ook een bijzonder geel. Van Gogh zie ik zitten, hij verwonderd zich over het zandgeel van de ontkiemende tarwe aren, die velden, met de zon erop vanaf 5 uur intenser wordend, geler en geler. De zon doet hem goed, de warmte is de kleur, de kleur is de zon. Als ik het schilderij, het stilleven met het gele fruit ervaar is het fruit verbroederd met elkaar. Enerzijds voel ik verbondenheid van het fruit met z’n achtergrond door dezelfde kleur, een ander moment voelt het verbroederde fruit als afstandelijk tov zijn lichter gele achtergrond, juist wat angstig. In het schilderij van de gedroogde zonnebloemen laat hij de verschillende kleuren geel geweldig spreken met tinten blauw als achtergrond. Wat is dat geel hier weer mooi, meesterlijk! Van Gogh, een kunstenaar met de kleur geel. Misschien wordt geel binnen enkele jaren toch weer mode in de tuin…

luc engelhard