Artikel uit Groei & Bloei april 2023
 
Goed gelukt
Hoe ontstaat een tuinontwerp?
Waar komen de ideeën vandaan, en hoe leiden die tot een kloppende tuin? In deze rubriek vertellen bekende tuinontwerpers over hun meest geslaagde project.

Tuin- en landschapsarchitect Luc Engelhard over het ontwerpen van een natuurlijke tuin in Zwitserland 

‘Durf in wonderen te denken’

Voordat tuin- en landschapsarchitect Luc Engelhard aan het ontwerp van een tuin begint, gaat hij er eerst eens een dagje naartoe. ‘Dat is een kwestie van je hoofd leegmaken en er gewoon maar wat rondwandelen, op de grond zitten, tegen een boom, op een steen of bank.’
 

tekst EDWIN ODEN | beeld MAAYKE DE RIDDER

Voortuin

Achtertuin

“Platte tuinen’ noemt-ie ze: de tuinen die ‘lagen’ missen. Met de lagen van een tuin bedoelt Luc Engelhard – al z’n hele leven natuurliefhebber, dromer, kunstenaar, en vooral associatief denker en prater – zoiets als: de vele niveaus van beleving die een tuin de bezoeker biedt. Een broertje dood heeft-ie eraan: ‘platte’ tuinen die hij in Nederland ziet. Neem bijvoorbeeld de tuinen die je vaak in villawijken tegenkomt, waarin lange, rechte, stalen lijnen zijn gecombineerd met siergrassen: er is weinig meer te beleven dan dat ene standaardrecept, en meestal zijn die tuinen ook nog kopieën van elkaar. Het druist allemaal regelrecht in tegen Lucs ontwerpfilosofie. “Er wordt daar geen rekening gehouden met de aard van de plek waar de tuin zich bevindt”, zegt Luc. “Je kunt namelijk niet één bepaald tuinontwerp nemen en dat overal zomaar aanleggen. Elke plek, elke buitenruimte is anders en vraagt dus iets specifieks om er het beste uit naar boven te kunnen halen.” Lucs tuinontwerpen zijn dan ook zeer uiteenlopend, hij maakt nooit dezelfde tuin. Je zou hem daarom misschien beter ‘groenkunstenaar’ kunnen noemen in plaats van tuinontwerper. Luc, enthousiast: “Bij elke nieuwe opdracht sta ik weer volledig open voor wat dáár nodig is.”

Jezelf verliezen

Luc is altijd al een beetje anders geweest dan de rest.
Als kind was hij het jochie dat thuis weinig aansluiting vond en zijn heil in de natuur zocht. “Ik was lekker aan ’t knoeien in de modder, gebiologeerd door insecten, vogels en vissen, en aaide de koeien.” Hij voelde het toen al: de natuur is het hoogste van alles, en je kunt jezelf er helemaal in verliezen. “De natuur geeft je dat warme en omarmende gevoel dat je moeder je geeft, maar dan nog vele malen sterker. Het is het meest bijzondere gevoel dat er is. Daarom ben ik tuinen gaan ontwerpen: om anderen te helpen hetzelfde te kunnen ervaren. Veel mensen richten zich op spullen, maar de natuur is zo veel waardevoller dan wat je in de winkel kunt kopen.”
Vanaf het begin van zijn carrière wist hij al: ik ga bijzondere tuinen maken. Vaak moest hij daar strijd voor leveren. “Veel mensen vinden een standaardtuin allang best en hebben niet zo snel geld over voor een speciale tuin. Maar mijn credo is altijd geweest: durf in wonderen te denken. Maak dingen die zweven en op hun kop staan! Een kunstenaar is recalcitrant ten opzichte van zijn materiaal. Hij moet in gekte kunnen denken.”

  1. De houten vlondertrap verbindt het huis met de lager gelegen achtertuin en vormt een rustpunt in
    de tuin.
  2. De buxusbollen ‘praten’ met de blokken Belgisch hardsteen.
  3. Het meanderende pad spoort de bezoeker aan de tuin te ontdekken.
  4. Dicht bij het huis staan veel verschillende plantgroepen om spektakel te creëren.
  5. De leistenen tegels bij de waterbakken trekken de blik verder de tuin in.
  6. Kruipend groen tussen de leistenen tegels geeft een natuurlijk effect.

‘De natuur is zo veel waardevoller dan wat je in de winkel kunt kopen’

Dagje lopen en zitten

Toen de klant bij wie Luc al twee keer eerder in Nederland een tuin had ontworpen, hem carte blanche gaf de tuin bij zijn tweede huis in Zwitserland te ontwerpen, ging Luc er eerst eens een dagje heen. Puur om huis, tuin en omgeving op zich te laten inwerken. Dat doet hij meestal als hij aan een opdracht begint. Luc: “Wat ik op zo’n eerste dag doe, is er geduldig achter komen welke kwaliteiten al in de ruimte aanwezig zijn. Mijn insteek is: hoe kan ik het goede dat al ter plekke aanwezig is, nog meer naar voren laten komen in het nieuwe ontwerp? Dus wat moet ik laten zoals het is, wat moet ik weghalen en wat moet ik toevoegen om de ruimte zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen?” Hoe hij daarbij precies te werk gaat? Luc glimlacht: “Dat is een kwestie van je hoofd leegmaken en ergens helemaal zijn, er gewoon maar wat rondwandelen, op de grond zitten, tegen een boom, op een steen of bank.” Zo leert hij de genius loci kennen, oftewel het ‘bewustzijn van de plek’, zoals Luc het noemt. “Zodra ik daar achter ben, weet ik wat een plek aankan. Dat is essentieel, want in het ontwerpproces zul je steeds worden teruggefloten zodra je dit negeert.”

Boom opnieuw waarderen

Wat hem tijdens zijn eerste observaties in de Zwitserse tuin opviel, waren de al aanwezige oude bomen, zoals tulpenboom, kweepeer, treurbeuk en haagbeuk. Luc: “Bij het voorbereiden van een tuinontwerp heb ik heel veel aan oude bomen. Ze hebben namelijk een enorme uitstraling en doen veel met een ruimte. Het punt is alleen dat ze vaak niet in hun kracht zijn gezet. Hier stond bijvoorbeeld een groep rondgeknipte rododendrons om een prachtige meerstammige haagbeuk. Die boom viel daardoor weg, hij kwam niet bij je binnen. Ik zie het dan als mijn taak om zo’n boom opnieuw te waarderen.”

‘Een goede tuin heeft veel plekken waar je je stoel even kunt neerzetten’

In dit geval deed Luc dat door de oude haagbeuk alle ruimte te geven. Hij verwijderde de rododendrons en ontwierp een vlondertrap bij de boom. “Ik heb het ritme van de breedtes van de traptreden aangepast aan de verschillende diktes van de stammen. Behalve dat de trap functioneel is en je van de tuin naar het huis en daarachter brengt, is de trap ook een rustpunt in de tuin. Je gaat er vanzelf stilstaan om de serene stammen van de haagbeuk te bewonderen.” Volgens Luc is dat een van de mooiste ervaringen in een tuin: dat je even stilgezet wordt, verrast wordt, de kalmte van de natuur ervaart. “Door te vertragen word je één met de natuur en vergeet je je dagelijkse beslommeringen. Hetzelfde geldt voor zitten in de tuin: een goede tuin heeft veel plekken waar je je stoel even kunt neerzetten, om weer van een ander aspect van de tuin te kunnen genieten.”
  1. Vanaf het terras is er een fenomenaal uitzicht op de tuin met daarachter de Alpen.
  2. De leistenen van de waterbakken werden stuk voor stuk persoonlijk door Luc uitgezocht in een Belgische groeve.
  3. De oude boom bij de entree van het huis is zichtbaarder gemaakt door de blokken ruwe Belgische hardsteen eromheen.
  4. Richting de randen wordt de beplanting steeds natuurlijker, waardoor de tuin naadloos overgaat in de groene omgeving.

ONTWERPTIPS

  • ‘Breng, voordat je aan het ontwerpen slaat, eerst eens – in je eentje, zonder afleiding – wat tijd door op de plek waar je een tuin wilt ontwerpen. Voel de impact van de bomen, de zoninval, het huis, de omgeving. Pas als je dat voelt, krijg je een idee van het bijzondere van een plek. Vervolgens kun je gaan ontwerpen. Ontwerpen is eigenlijk niets anders dan het bijzondere, karakteristieke van een plek naar voren laten komen.’
  • ‘Mensen zijn vaak gefocust op de architectuur van een huis, maar met architectuur alleen kom je er niet. Die gaat pas leven in de juiste combinatie met natuur. Als tuinontwerper zoek ik naar de ultieme balans tussen die twee; dan komt de geest van de plek er goed in. Stel dat je niet zo enthousiast bent over de buitenkant van je huis. Dan kun je het huis ‘opnieuw’ neerzetten: een fraaie hoek kun je zichtbaarder maken door met hoogteverschillen in de tuin te werken, terwijl je met beplanting een minder deel van het huis juist wat kunt wegbergen.’
  • ‘Een tuin heeft suspense nodig en die ontstaat door de natuur voelbaar te maken. Zo heb ik in mijn eigen vijver palen gebouwd van op elkaar gestapelde stoeptegels. Door de tegels in een onregelmatige draaiing neer te leggen, laat het veranderende zonlicht de palen er continu anders uitzien. Zo laat ik de zon spektakel creëren en haal ik meer uit de tuin dan wanneer ik slechts een stel vlakke palen had geplaatst.’

BEPLANTING
‘De eigenaren wilden de tuin volledig laten onderhouden door plaatselijke hoveniers, maar omdat die maar beperkte plantenkennis hebben, koos ik qua beplanting voor ‘sterk en gemakkelijk’. Zoals Persicaria, Phlox, Aster, Monarda, Alchemilla, Lavandula, Echinops, Gaura, Geranium, Vinca, Rosa, Veronicastrum, Panicum, Festuca, Molinia, Miscanthus en Pennisetum. Zo’n doorsnee beplanting betekent echter niet dat je er geen meerlagige tuin van kunt maken. Het gaat er namelijk niet zozeer om welke planten je toepast, maar hoe je ze combineert en waar je ze neerzet. Zo heb ik tegenover de naar links hangende meerstammige haagbeuk een Veronicastrum geplant die gaandeweg de zomer naar rechts, het zuiden, gaat hangen: dat geeft een interessante dynamiek. En een Miscanthus mag van mij gewoon lekker spontaan in een groep Alchemilla of Geranium staan, dat creëert een natuurlijk, los effect. Of neem de Panicum die naast een rode Monarda staat, op een plek waar ze de laatste zonnestralen vangen: dan zorgt het schijnsel door de zwarte onderlip en rode bloemblaadjes van de Monarda ervoor dat je veel meer het fragiele van de Panicum gaat ervaren.’

‘Architectuur gaat pas leven in de juiste combinatie met natuur’

ONTWERPTIPS

  • De waterbakken van Belgisch leisteen markeren de overgang naar het achterste deel van de tuin, waar de beplanting steeds natuurlijker wordt en ten slotte één wordt met de omgeving. Luc is helemaal weg van dit type leisteen: ‘Sommige delen bestaan uit zichtbare dunne laagjes, terwijl andere delen er weer uitzien
    als homogeen blok. Op de laagjes groeit mos, maar op het homogene deel niet, waardoor elke steen z’n eigen landschap wordt.’ Luc ging zelf naar de Belgische groeve om de leistenen uit te zoeken. ‘Zo’n steen is een kunstwerk op zich. Ik werd serieus verliefd op elke steen die ik daar uitzocht, er zit zoveel kracht en beweging in! Al die schijfjes op elkaar zijn net schilderijen die in elkaar grijpen. Als een Japanse monnik heb ik ze, heel zorgvuldig, precies zo rond de waterbakken gezet dat het helemaal in balans kwam.’
  • Op het terras achter het huis liggen Belgische hardstenen tegels.
  • De stenen blokken bij de entree van het huis zijn van ruw Belgisch hardsteen.
  • De tegels bij de waterbakken zijn net als de waterbakken van leisteen.
  • De vlondertrap is vervaardigd van duurzaam azobé, FSC tropisch hardhout.
luc engelhard